Bevorderingsnormen

Bevorderingsnormen

Algemeen

 

1. Berekening rapportcijfer

Rapportcijfers worden vastgesteld op basis van een gewogen voortschrijdend gemiddelde. Het kerstrapport is gebaseerd op het gemiddelde van alle behaalde cijfers tot en met de proefwerkweek aan het einde van het eerste trimester. Het voorjaarsrapport is gebaseerd op het gemiddelde van alle behaalde cijfers tot en met de proefwerkweek aan het einde van het tweede trimester. Het overgangsrapport is gebaseerd op het gemiddelde van alle behaalde cijfers van het hele jaar.

2. Tekorten

Bij de bevordering speelt een rol hoeveel tekorten een leerling heeft. Daarbij geldt de volgende telling:
5,5:          0,5 tekort
5:             1,0 tekort
4,5:          1,5 tekort
4:             2,0 tekorten
3,5:          2,5 tekorten
3:             3,0 tekorten

3. Tweemaal doubleren

Het is niet mogelijk om tweemaal in hetzelfde leerjaar of in twee opeenvolgende leerjaren te doubleren, tenzij daarvoor heel bijzondere redenen zijn aan te voeren.

Bevorderingsnormen

Bevordering van atheneum-1 naar atheneum-2

We werken vanaf schooljaar 2021-2022 met een verlengde brugperiode. Dat wil zeggen dat we aan het einde van de eerste klas een advies geven en pas in klas 2 een gerichte bevordering hanteren.

Een leerling is bevorderd:

  • als alle vakken voldoende zijn, of
  • bij 4,0 of minder tekorten. De 4,0 tekorten mogen niet in de kernvakken (Nederlands, Engels, wiskunde) vallen.

Een leerling is in bespreking:

  • met 4,0 tekorten in de kernvakken én een gemiddelde groter dan 6,0;
  • met 4,5, 5,0 of 5,5 tekorten in totaal én een gemiddelde groter dan 6,0.

Een leerling is afgewezen:

  • met 4,0 tekorten in de kernvakken én een gemiddelde kleiner dan of gelijk aan 6,0,
  • met 4,5, 5,0 of 5,5 tekorten in totaal én een gemiddelde kleiner dan 6,0,
  • bij 6,0 of meer dan 6,0 tekorten in totaal.

Opmerkingen
Het totaal aantal tekorten wordt in atheneum-1 als volgt bepaald:

  • Het aantal tekorten bij de vakken Ne – En – wi telt twee keer;
  • Het aantal tekorten bij de vakken Fa – gs – ak – bi telt twee keer;
  • Het aantal tekorten bij de vakken mu – te – hv telt één keer;
  • Het aantal tekorten van het gemiddelde van de vakken tn – lo – lb telt één keer. 

Klik hier voor een rekenvoorbeeld 

 

Bevordering van atheneum-2 naar atheneum-3  

Een leerling is bevorderd: 

  • als alle vakken voldoende zijn, of 
  • bij 3,0 of minder tekorten. 

Een leerling is in bespreking: 

  • met 3,5, 4,0 of 4,5 tekorten.  

Een leerling is afgewezen: 

  • bij 5,0 of meer tekorten.  

Opmerkingen

  • Rekenen telt niet mee in de bevorderingsnorm, 
  • De vakken lb – Lo – tn kunnen tezamen maximaal een bijdrage leveren van 1,5 tekort.

Bevordering van atheneum-3 naar atheneum-4

Een leerling is bevorderd: 

  • als alle vakken voldoende zijn, of
  • bij 3,0 of minder tekorten. 

Een leerling is in bespreking:

  • met 3,5, 4,0 of 4,5 tekorten. 

Een leerling is afgewezen:

  • bij 5,0 of meer tekorten. 

Opmerkingen

  • Rekenen telt niet mee in de bevorderingsnorm.
  • De vakken lb – Lo – tn kunnen tezamen maximaal een bijdrage leveren van 1,5 tekort.
  • De voorwaarde voor het kiezen van wiskunde N/wiskunde B in ath-4 is dat het eindcijfer voor wiskunde op ath-3 minimaal een niet afgeronde 7,0 is.  

Bevorderingsnormen atheneum-4 naar atheneum-5  

Een leerling is bevorderd in de volgende gevallen:

  • alle vakken zijn voldoende;
  • bij niet meer dan 1,0 tekort;
  • bij 2,0 tekorten én minstens één compensatiepunt. 

Een leerling is in bespreking:

  • bij 2,0  tekorten én geen compensatiepunten; 
  • bij 3,0 tekorten (waarvan in de kernvakken hoogstens 2,0 tekorten) én meer dan twee compensatiepunten.  

Een leerling is afgewezen: 

  • bij 3,0 tekorten én niet meer dan twee compensatiepunten;
  • bij 3,0 tekorten in de kernvakken;
  • bij 4,0 of meer tekorten.  

Opmerkingen

  • Op het overgangsrapport worden alleen hele cijfers gegeven.
  • Compensatievakken zijn alle vakken in het profiel (gemeenschappelijk deel, profieldeel en vrije deel)
  • De compensatie voor het vak ckv is maximaal +1.
  • De vakken lb en lo vormen geen compensatie.
  • Een extra vak in het vrije deel kan alleen worden meegenomen als het voldoende is (anders bespreken).
  • Een extra vak in het vrije deel telt niet mee als compensatie. 

Bevorderingsnormen van atheneum-5 naar atheneum-6  

Een leerling is bevorderd in de volgende gevallen:

  • alle vakken zijn voldoende;
  • een 5 en de overige cijfers 6 of hoger;
  • een 4 en de overige cijfers 6 of hoger, en het gemiddelde van alle cijfers is tenminste 6,0;
  • tweemaal een 5 óf een 5 en een 4 en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde van alle vakken tenminste 6,0 is (waarbij er maar één onvoldoende mag staan bij de kernvakken). 

Een leerling is in bespreking in de volgende gevallen:

  • als het gemiddelde van alle examenvakken lager is dan 5,5;
  • bij twee onvoldoendes in de kernvakken.
  • bij tweemaal het cijfer 4;
  • bij drie onvoldoendes. 

Een leerling is afgewezen:

  • bij een 3 voor één van de vakken,
  • bij vier of meer onvoldoendes. 

Opmerkingen

  • Op het overgangsrapport worden alleen hele cijfers gegeven. 
  • Het combinatiecijfer wordt gevormd door de vakken lb, lo en ckv. Dit combinatiecijfer is het afgeronde gemiddelde van de drie afzonderlijke cijfers. Het combinatiecijfer moet 6,0 of hoger zijn, maar telt niet mee als compensatie. 

 

Slaagregeling atheneum-6

De kandidaat die het eindexamen heeft afgelegd, is geslaagd in de volgende gevallen: 

  • alle eindcijfers zijn 6 of hoger, 
  • met één 5 en voor de overige vakken een 6 of hoger, 
  • met één 4 óf twee keer een 5 óf één 5 en één 4 en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde van alle vakken tenminste 6,0 is.

Daarnaast gelden nog de volgende voorwaarden: 

  • Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde staat maximaal één 5 als eindcijfer 
  • én het gemiddelde voor het centrale examen is 5,5 of meer. 
  • In alle gevallen moet het vak lo met “voldoende” of “goed” zijn afgerond en moet de rekentoets zijn afgelegd. 

Cijfers voor maatschappijleer, ckv en het profielwerkstuk maken deel uit van het combinatiecijfer. 

Een eindcijfer van een 3 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet geslaagd is. Dit geldt ook voor de verschillende onderdelen die meewegen in het combinatiecijfer. Voor alle duidelijkheid: als één van de onderdelen van het combinatiecijfer een 3 of lager is, is de leerling niet geslaagd, zelfs als het gemiddelde (oftewel: het combinatiecijfer) 6,0 of hoger is.

 

Cum laude slagen

Je bent cum laude (met lof) geslaagd als je aan de volgende eisen voldoet:

  • Het gemiddelde voor de vakken in het gemeenschappelijk deel, het profieldeel en het hoogste cijfer uit het vrije deel moet minimaal een 8,0 zijn. Bij een 7,99 gemiddeld is er geen sprake van cum laude.
  • Geen enkel eindcijfer is lager dan een 7.
  • Het combinatiecijfer mag niet lager zijn dan 7, maar hier geldt dat de individuele cijfers voor de samenstellende vakken wel lager dan een 7 mogen zijn.
  • Voor deze bepaling worden eventuele extra vakken buiten beschouwing gelaten. Een 6 voor een extra vak vormt geen probleem voor cum laude.

Naast het predicaat cum laude kun je ook nog het predicaat magna cum laude (met grote lof) krijgen. De regeling is dezelfde als bij cum laude, alleen moet je een gemiddelde van minimaal 8,5 hebben. Tenslotte is er nog summa cum laude (met de hoogste lof). Dat predicaat krijg je als je slaagt met een gemiddelde van een 9,0 en geen enkel eindcijfer lager hebt dan een 7.

Trevianum Scholengroep
Trevianum Scholengroep
Trevianum Scholengroep
Trevianum Scholengroep
Trevianum Scholengroep
© Trevianum scholengroep 2024